Ingrediënten:

• 500 gram gedroogde volkoren spaghetti
• 500 gram gepelde, rauwe tijgergarnalen
• 1 pot zongedroogde tomaten op olie (meestal is dat zo’n 280 gram)
• 1 flinke, gesnipperde ui
• 1 tenen knoflook, gehakt
• 1 rode peper, gehakt en ontdaan van de zaadjes
• 1 citroen (eigenlijk de helft, maar waar scoor je een halve citroen?)
• 2 handjes rucola, gehakt
• Half glas droge witte wijn
• Olijfolie
• Peper en zout naar smaak

Daar gaan we:

• Zet een grote pan water op het vuur. Wanneer het water kookt, kun je de spaghetti toevoegen. Kook deze zoals aangegeven staat op de verpakking.
• Laat de zongedroogde tomaten uitlekken en maak ze tot een grove puree in de keukenmachine. Pas daarbij op voor je vingers.
• Laat een scheutje olie heet worden in een grote (wok)pan. Voeg als de olie op temperatuur is de gesnipperde ui, gehakte knoflook en fijngesneden peper toe. Als de ui glazig en zacht is, voeg je de garnalen toe. Garnalen hebben niet lang nodig om gaar te worden: bak ze dan ook niet te lang, want dan worden het taaie fietsbanden. Doe de witte wijn erbij en laat even sudderen. Als ze rondom mooi roze gekleurd zijn, zet je het vuur wat zachter.
• Knijp één keer even stevig in de citroen boven de pan en voeg de zongedroogde tomatenpuree toe. Roer dat goed door elkaar en voeg nu ook de gehakte rucola toe. Het is het lekkerst om de rucola er gehakt er doorheen te doen: dat biedt wat meer eetcomfort.
• Nu ontstaat er een punt van discussie: peper en zout ja of nee? Dat laat ik bij jou. Wel eerst proeven zonder!
• Je kunt de spaghetti en het garnalenmengsel apart van elkaar serveren of door elkaar gemixt. Zelf serveer ik het los, omdat spaghetti mengen met een topping onhandig kan zijn. Als je de spaghetti los serveert, meng dan een druppeltje olijfolie door de spaghetti: anders raakt